Armand Sağ
Link
 

 

Turks-Armeense verzoening
   
 

Turks-Armeense verzoening

Zoals Dr. Pamela Steiner al heeft gedemonstreerd met haar verzoeningsbijeenkomsten lijkt een Turks-Armeense verstandhouding best mogelijk als men maar nader tot elkaar wil komen.[1]

Steiner valt op door haar methode om Turken en Armeniërs nader tot elkaar te brengen omdat zij de kleindochter is van Henry Morgenthau. Morgenthau was de Amerikaanse ambassadeur in de Osmaanse hoofdstad Istanbul en staat vooral bekend als anti-Turks door zijn (naar later bleek) gefabriceerd boek ‘Ambassador Morgenthau's Story’ waarin hij de Turken beschuldigt van wandaden. Prof. Dr. Heath Lowry liet echter in zijn baanbrekend boek ‘The Story Behind Ambassador Morgenthau's Story’ zien dat het om falsificaties ging, bedoeld om een eventuele oorlog tussen Amerika en de Turken goed te praten. Deze oorlog kwam er echter niet, de Amerikanen en Turken vochten niet tegen elkaar gedurende de Eerste Wereldoorlog en het boek van Morgenthau bleef zo een stuk oorlogspropaganda. Het nare was echter dat het nogal eens gebruikt werd als bron, vooral door Armeense lobbygroepen in Amerika. Met het opzienbarende onderzoek van Prof. Dr. Heath Lowry is dit nu ook verleden tijd. En ook Morgenthau’s kleindochter lijkt het één en ander recht te willen zetten over de Turken.

Dat dit Steiner niet door iedereen in dank wordt afgenomen blijkt door woorden van critici: “Ambassadeur Morgenthau moet zich hebben omgedraaid in zijn graf.” [2]

Maar dat neemt niet weg dat Steiner het leed van de Turken en Armeniërs verteerbaar maakt door haar workshops. Zo richt zij zich bijvoorbeeld op het spiraal van geweld door te stellen:

“We reageren in plaats van te antwoorden. Als jij mij slaat, reageer ik. Ik sla jou, als ik kan. Of als ik niet kan, dan pak ik je later – of ik pak iemand of iets anders terug. Dan reageer jij, en zo gaat het verder.” [3]

Waarschijnlijk doelt ze hiermee op de Armeense opstanden in het Osmaanse Rijk waarbij vanaf 1895 (de Bayburt-Opstand) Armeense opstandelingen geregeld Turkse Osmanen ombrachten om zo de meerderheid te kunnen vormen in bepaalde gebieden van Anatolië. Hierbij kwamen naar schattingen ruim 523.000 Osmaanse moslims (veelal etnische Turken en Koerden) om het leven. Dit bracht een Osmaanse reactie teweeg, namelijk de relocatie van grote groepen opstandige Armeniërs naar Syrië (toen nog deel van het Osmaanse Rijk). Dit bracht weer nieuwe reacties van de Armeniërs naar voren, zo werden de Armeense opstanden voortgezet tot diep in 1922 waarna Armeense moordcommando’s hoge Osmaanse officieren vermoordden. Vanaf 1973 werden zelfs Turkse diplomaten zonder pardon doodgeschoten door Armeense terroristen.

Het is dan ook niet frappant dat Steiner stelt: “In mijn bespreking, heb ik meer gesproken over het Turkse perspectief dan het Armeense. Eén reden hiervoor is mijn aanname dat men bekend is met het geweld, pijn, verlies en vernedering van de Armeniërs.” [4]

Hieruit kan men afleiden dat het pijn, lijden, verlies, geweld en vernedering dat de Turken is aangedaan door toedoen van verschillende Armeense terreur- en guerrillagroepen het grote publiek geheel onbekend is. Het is dan ook belangrijk om te weten dat de relocatie van 1915 een reactie van de Osmaanse Turken was op de eerdere Armeense opstanden lang voor 1915. Ook is het belangrijk om te weten dat de Armeense wraakacties voor de relocatie nog steeds voortduren in de vorm van moordaanslagen op Turkse diplomaten. Het is dan ook geheel terecht dat Steiner het volgende opmerkt:

“Velen in het Westen, echter, weten niet van het geweld, pijn, vernedering en verliezen die geleden zijn door de Turken.” [5]

De voorbeelden die Steiner geeft over sterke anti-Turkse passages in de literatuur zijn vooral krachtig omdat ze het vermaarde boek van haar eigen grootvader Morgenthau gebruikt. Ze geeft aan welke gedeelten de Turken zouden kunnen gebruiken om te illustreren hoe diep de anti-Turkse sentimenten geworteld waren in het Europa van 1900:

“Als voorbeeld, kunnen de Turken beschrijven hoe politiek correct het was in hoge kringen van het vroege 20ste-eeuwse Europa om de Osmaanse Turken te karakteriseren als “onmenselijk” of raciaal ongeschikt. Ze kunnen een passage citeren van Ambassador Morgenthau's Story, zoals het hoofdstuk betiteld, “The Turk Reverts to Ancestral Type” (‘De Turk Grijpt Terug op Voorouderlijk Gedrag’ red.).” [6]

Maar ook andere leden van Morgenthau’s familie zouden aangehaald kunnen worden volgens Steiner:

“Een andere Turkse deelnemer aan het workshop zou dan een passage kunnen citeren van wellicht het meest negatieve stereotype van de Turken uit The Guns of August, een Pulitzer Prijs-winnend historie van Morgenthau’s kleindochter, Barbara Tuchman. In dit boek, zou de Turk graag willen benadrukken hoe Tuchman ons herinnert aan de wijdverspreide minachting en het vooroordeel dat in het westen heerst jegens de Turken in het algemeen, door woorden te citeren die vandaag de dag begrijpelijk zeer hard zijn voor Turken om te horen:” [7]

Het gedeelte uit ‘The Guns of August’ is er dan ook één die ik niemand wil onthouden:

“De Turkse reputatie voor wanbestuur, corruptie en wreedheid was al geruime tijd een stank in de neusholtes van Europa. De Liberalen, welke Engeland al sinds 1906 hadden bestuurd, waren de erfgenamen van Gladstone’s gevierde beroep om de onbespreekbare Turk, ‘het enige grote anti-menselijke wezen van de mensheid’, te verjagen uit Europa. Hun politiek was geschapen door een imago van half Zieke Man [van Europa red.], half Verschrikkelijke Turk.” [8]

Steiner hamert er dan ook op dat elke partij haar pijn en lijden zoveel mogelijk moet delen met de wederpartij:

“Maar we moedigen elke partij aan om de ander te informeren over het pijn en de fouten die hen zijn aangedaan: Armeniërs kunnen praten over hun grote lijden en verlies op alle niveaus, Turken kunnen spreken over hun lijden op grote schaal, vernedering, en de voortdurende dreiging van opdeling, zelfs van het moederland.” [9]

Steiner voegt eraan toe dat Armeniërs als reactie op bovenstaande argumenten zouden kunnen stellen dat “de Armeniërs niet verantwoordelijk waren voor het Turkse lijden”.[10] Dit is uiteraard zeer moeilijk vol te houden als de Armeniërs onder ogen krijgen dat de Armeense terreur- en guerrillagroepen wel degelijk verantwoordelijk waren voor het Turkse lijden door vanaf 1895 gestaag Turken aan te vallen. Dit valt moeilijk te accepteren voor Armeense personen, die vrijwel altijd opgevoed worden met het idee dat de Turken ‘uit het niets’ besloten tot relocatie. Dit terwijl het cijfer van omgekomen Osmaanse Turken door toedoen van Armeense milities ruim boven de 523.000 ligt.

De vraag die Steiner opwerpt is dan ook interessant om beantwoord te zien:

“Zouden Armeniërs de realiteit van het Turkse lijden moeten accepteren, alsmede het feit dat Turken negatief gestereotypeerd waren en in minachting werden gehouden door het westen voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog? Indien ja, zou dit een potentieel verschil uitmaken in de verstandhouding tussen Turken en Armeniërs?” [11]

Als de Armeniërs de realiteit van het Turkse lijden zouden accepteren en zouden afzien van hun ontkenning van deze feitelijke gebeurtenissen, zou de verzoening nu eindelijk eens kunnen beginnen. Indien de Armeniërs zouden erkennen dat de wandaden die achteraf toegeschreven werden aan de Turk in 1915, voortkwamen uit de negatieve stereotypering en minachting door het westen, zou dat een grote stap tot verzoening betekenen. Want met deze erkenning zou eindelijk bekend worden dat veel van de bronnen over 1915 in feite oorlogspropaganda en negatieve subjectieve informatie zijn, daardoor niet berustend op onafhankelijke en objectieve feiten of de waarheid. En inderdaad zou dat een wezenlijk verschil maken in de verstandhouding tussen Turken en Armeniërs. De Armeniërs zouden dan hun eigen wandaden, massamoorden, slachtpartijen en martelingen jegens de Osmaanse Turken in de periode 1895-1922 onder ogen moeten zien, zodoende accepterend dat de relocatie van 1915 een onontkomelijk reactie van de Osmanen was op de gewelddadigheden die geïnitieerd werden door de Armeniërs.



Armand Sağ

30 januari 2010

© Armand Sağ 2010

[1] http://hhi.harvard.edu/images/resources/files/healing_and_reconciliation_for_all_peoples_of_asia_minor_and_istanbul.pdf

[2] http://www.hurriyetdailynews.com/n.php?n=in-harvard-explicating-turks-armenians-and-pain-2009-11-18

[3] Letterlijk: “So, we react rather than respond. If you hit me, I react. I hit you, if I can. Or if I cannot, I get you later -- or I get someone or something else. Then you react, and so on.”, in: ‘Healing and reconciliation for all peoples of Asia Minor and Istanbul’, p. 7

[4] Letterlijk: “In this talk, I have spoken more about the Turkish perspective than the Armenian. One reason for that is my assumption that you here are familiar with the violence, hurt, losses, and humiliations of Armenians.”, in: ‘Healing and reconciliation for all peoples of Asia Minor and Istanbul’, p. 14

[5] Letterlijk: “Many in the West, however, do not know of the violence, hurt, humiliation, and losses suffered by Turks.”, in: idem

[6] Letterlijk: “For example, Turks might describe how it was politically correct in Europe in the early 1900’s at the highest levels to characterize Ottoman Turks as "inhuman" or racially inadequate. They might cite passages from Ambassador Morgenthau's Story, such as the chapter entitled, "The Turk Reverts to Ancestral Type."”, in: idem, p. 11

[7] Letterlijk: “Another Turkish workshop participant might then cite a passage revealing perhaps the ultimate negative stereotype of Turks from The Guns of August, a Pulitzer Prize winning history by Morgenthau's granddaughter, Barbara Tuchman. In this book, the Turk might want to point to how Tuchman reminds us of the widespread contempt and prejudice in the west against Turks as a whole, quoting words that today understandably remain hard for Turks to hear:”, in: idem, p. 12

[8] Letterlijk: “Another Turkish workshop participant might then cite a passage revealing perhaps the ultimate negative stereotype of Turks from The Guns of August, a Pulitzer Prize winning history by Morgenthau's granddaughter, Barbara Tuchman. In this book, the Turk might want to point to how Tuchman reminds us of the widespread contempt and prejudice in the west against Turks as a whole, quoting words that today understandably remain hard for Turks to hear:”, in: idem, p. 12

[9] Letterlijk: “The Turkish reputation for misrule, corruption, and cruelty had been a stench in the nostrils of Europe for a long time. The Liberals, who had governed England since 1906 were the inheritors of Gladstone’s celebrated appeal to expel the unspeakable Turk, ‘the one great anti-human specimen of humanity,’ from Europe. Their policy was shaped by an image half Sick Man, half Terrible Turk.”, in: Barbara Tuchman, The Guns of August (New York: MacMillan, 1962) p. 139

[10] Letterlijk: “Armenians, hearing this, might point out that Turkish suffering was very different from theirs, and that Armenians did not cause Turkish suffering. There is here need for a long discussion until each side learns what the other means.”, in: idem

[11] Letterlijk: “Should Armenians acknowledge the reality of Turkish suffering or that Turks had been negatively stereotyped and held in contempt in the west before and during World War I? If they did, could that potentially make a difference to the relationship between Turks and Armenians?”, in: idem, p. 14

 

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)